Vanmorgen vond ik, in mijn verzameling, een paar gebreide patronenlappen , die ik meteen gebruikt heb voor mijn Paasuitstalling. Ik heb gisteren een paar potjes narcissen van de markt meegenomen.
Samen met een paar eidopjes en mijn kleine verzameling stenen eieren ziet het er vrolijk uit. Het parelmoeren doosje komt uit de erfenis van mijn oud-tante, het is nog gevuld met haar zilveren taartvorkjes. Het schaapje ligt er voor de gezelligheid bij. Als ik een ander beroep kon kiezen, zou ik de opleiding voor styliste willen volgen. Ik vind het zo leuk om dingen mooi bij elkaar te zetten.
Ik heb vroeger een handwerk opleiding gedaan. Ik kan me herinneren, dat ik het heel leuk vond om een soort patronenrol te maken van allerlei ajourpatroontjes. Ik heb later veel aan ajourbreien gedaan. De BURDA had verschillende uitgaves van: kleedjes, gordijnen, omslagdoeken, van alles stond erin. Ik ging meteen aan de slag met superdunne naalden en garens. Het ging me erom, te begrijpen hoe het patroon in elkaar zat, niet om het kleedje wat het resultaat was. Ik heb ook nog een grote omslagdoek gemaakt. De laatste toer had, geloof ik, wel 250 steken. Dat was nog voor ik de rondbreinaald ontdekt had. Toen ik daar eentje van gekocht heb, ben ik gaan inbreien. Truien met veel kleuren uit de Ariadne of uit Duitse bladen, zoals de Brigitte. Met een rondbreinaald hoef je alleen maar recht te breien. Averecht inbreien gaat boven mijn verstand, zal wel te maken hebben met het links zijn. Ik heb nooit goed leren breien op de lagere school. Juf was rechts, ik links. Je heb het werk gewoon anders vast. Pas op de opleiding viel het kwartje, ook omdat ik het vanuit een boek kon bestuderen en uitproberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten