De afgelopen weken had ik behoefte aan een niet te moeilijk breiwerk, lekker breien op therapeutische basis.... Ik vond een prachtig Duits patroon, wat ook in het Engels vertaald is. Het patroon is te vinden op Ravelry en heet Sommernachtstraum (Sundowner). Je kunt het gratis downloaden en meteen beginnen.
De omslagdoek wordt gebreid van 2 kleuren Tahiti, katoenen garen van Schachenmayer. Van elke kleur heb je twee bollen nodig. Je werkt met verkortte toeren en steeds een stuk met eerste de ene kleur, daarna een deel met de andere kleur. Veel ribbels, je hoeft er niet zo bij na te denken, de kleuren geven het streepjespatroon. Tussen elk deel zit een gaatjesrand, er is genoeg afwisseling...
Omdat ik de ruche smal hield, heb ik nog wat garen over. Ik heb nu ook foto's gezien met een brede ruche, dat staat heel mooi. Ik vond die laatste toeren, van elk meer als 900 steken, erg lang duren en had niet het geduld om er een brede ruche van te maken.
Dit is de kleine uitvoering van het patroon, hij kan ook nog in een grotere uitvoering gebreid worden.
Net hoeveel therapeutisch werk er te verzetten is....;-))
Ik vind 'm een beetje somber van kleur, vergeleken met de plaatjes bij Ravelry. Tahitigaren is er in beeldige kleuren, dan krijg je een totaal ander effect. Hij draagt heerlijk soepel en hangt mooi over je schouders zonder weg te zakken.
Ik vond twee prachtig oude leerboekjes over breien:
Links:
De Nuttige Handwerken.
Handboekje ten dienste der Lagere School. (62 blz.)
Rechts: Het Breien -
De Vrouwelijke Handwerken voor School en Huis.
In prachtig ouderwetsch Nederlands worden allerlei werkstukjes beschreven, links een bavetje (slabbetje) en rechts een rammelaar.
Ook staan er patronen in voor een manteltje met een kapje, een nachtzakje en een ijsmuts.
De meeste aandacht gaat uit naar het "breien ener kous":
De kous bestaat uit twee hoofddelen: het been en den voet.
Aan het been onderscheiden wij:
a. den boord
b. het kniedeel
c. de afmindering
d. den enkel.
Aan den voet onderscheiden wij
e. den grooten hiel
f. den kleinen hiel
g. de afmindering van den voet
h. het rechte gedeelte van den voet
g. den teen.
Elk onderdeel wordt helemaal uitgelegd - je kunt er zo mee aan het werk!
Je begrijpt ook, hoe belangrijk het was om meisjes goed te leren, hoe ze een kous/sok
volledig konden aanpassen aan elke maat been en voet.
Ook in het tweede boekje (176 blz.)
is er veel ruimte voor het breien van de kous -
de platte teen, de ronde teen , zelfs een teen in vier delen...
Na de basistechnieken komt er een deel over het breien van open patronen
(ajour) de beeldigste patroontjes. Dertipg pagina's lang wordt elk patroontje
helemaal beschreven.
Heel geschikt voor een mooie breirol!
Het mooiste stukje vind ik het deel over gebreide kindermutsjes
Jongensmutsjes zijn anders van vorm als de meisjesmutsen.
Jongensmutsjes gaan uit van een ster bovenop, daaronder een mooie rand
met als afsluiting een randpatroon.
En laat ik nu zoiets uit het kabinet van Beppe hebben gekregen!
De ster lijkt hetzelfde te zijn als het patroon in dit boekje.
Ik weet niet of mijn oma, dit mutsje zelf gebreid heeft.
Zij is geboren in 1907, dit boekje is de vijfde druk uit 1898.
Ze zou er op school uit gebreid kunnen hebben.
jammer, dat ze het nooit aan mij heeft laten zien, toen ze nog leefde.
Dan hadden we er samen kunnen bekijken, hoe het gedaan was.
Ik weet niet eens, of ze naar de Huishoudschool is geweest
en daar misschien zoiets heeft leren breien.
Jammer!
In het Fries Museum hingen beeldige meisjesmutsen, ook uitgegaan van een stervorm.
Maar voor een meisje zit die achter op het hoofdje.
Dit boekje eindigt met patronen voor beddenspreien, ik kan er nog veel uit leren..
En dat voor de prijs van vijf euro.